Sappi Lanaken: (nog) geen verkoopovereenkomst voor uitoefening voorkooprecht De Vlaamse Waterweg

Er ligt op dit moment (nog) geen verkoopovereenkomst voor op basis waarvan De Vlaamse Waterweg NV haar decretaal voorkooprecht kan uitoefenen voor de gronden en gebouwen van Sappi in Lanaken. Dat heeft Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters geantwoord op een schriftelijke vraag van Vlaams volksvertegenwoordiger Andy Pieters (N-VA). Het blijft de intentie het watergebonden strategisch gelegen perceel een nieuwe kwalitatieve invulling te geven, met voorkeur voor de maakindustrie. Dat hebben alle deelnemers van de Taskforce Sappi/Maasland onderschreven. “Het moet dus écht wel om meer gaan dan stockageruimte of magazijnen, maar effectief maakindustrie, productie of industriële activiteiten met voldoende werk voor kortgeschoolden”, aldus Pieters.

Het Nederlandse vastgoedbedrijf UTB Group kondigde vorige maand aan dat ze de voormalige papierfabriek Sappi in Lanaken wil kopen. UTB Group is gespecialiseerd in de aankoop van industrieel vastgoed. De strategische ligging aan het Albertkanaal, een oppervlakte van ongeveer 25 hectare en een kaaimuur van 440 meter maken van de site van de voormalige papierfabriek in Lanaken een unieke watergebonden locatie waar ook De Vlaamse Waterweg interesse in had.

Begin juni liet De Vlaamse Waterweg weten dat ze de gronden van de voormalige papierfabriek in Lanaken wilde kopen in opdracht van haar uittredende voogdijminister. Omdat de Vlaamse Waterweg een decretaal voorkooprecht heeft, kan die de site aan dezelfde voorwaarden en prijs als een eventuele private koper verwerven. 

“Op dit ogenblik ligt dergelijke verkoopovereenkomst (nog) niet voor”, klinkt het in antwoord op een parlementaire vraag van Vlaams volksvertegenwoordiger Andy Pieters, die de stand van zaken in het dossier opvroeg.

Kortgeschoold personeel opnieuw tewerkstellen 

“Gezien het een watergebonden strategisch gelegen perceel betreft van aanzienlijke grootte, heb ik erop aangedrongen dat het terrein een nieuwe kwalitatieve invulling kan bekomen. Maakindustrie zoals voorheen strekt tot aanbeveling, waarbij ook kortgeschoolde personeelsleden opnieuw worden tewerkgesteld. Er werden geen streefwaarden qua tewerkstelling per ha opgesteld”, gaat de minister verder. “Deze visie strookt met alle deelnemers van de Taskforce Sappi / Maasland onder voorzitterschap van de gouverneur”.

600 werknemers verloren door de sluiting van Sappi in Lanaken hun job. Bij de nieuwe invulling van het terrein is het cruciaal dat er duurzame tewerkstelling komt op de voormalige site van Sappi. "Het moet dus écht wel om meer gaan dan stockageruimte of magazijnen, maar effectief maakindustrie, productie of industriële activiteiten met voldoende werk voor kortgeschoolden. En bij voorkeur wordt dat niet op de lange baan geschoven. Vanuit het Vlaams Parlement zullen we het dossier blijven opvolgen”, aldus Pieters.

Als antwoord op de vraag hoe de uittredende minister zal zorgen voor opvolging en continuïteit in het dossier, verzekerde de minister dat ze afsprak met De Vlaamse Waterweg dat er een structurele briefing is van zowel Raad van Bestuur als de voogdijminister.