Asbest: 35% méér asbest in Limburg dan initieel gedacht

Met 12,8% van het gebouwenpatrimonium in Vlaanderen wordt ingeschat dat in Limburg 407 miljoen kilogram asbestpassief aanwezig is oftewel 407.000 ton. Dat is 35% meer dan initieel -bij ramingen in 2019- ingeschat werd. Dat zegt Vlaams volksvertegenwoordiger Andy Pieters (N-VA) naar aanleiding van een nieuwe analyse van de OVAM op basis van asbestattesten. Daaruit blijkt dat in gans Vlaanderen 3,18 miljoen ton asbest aanwezig is. N-VA roept de Vlaamse regering op om het asbestafbouwbeleid te versterken en te versnellen én de vervuiler meer te laten betalen zodat de opkuiskosten niet langer op de maatschappij en de belastingbetaler afgewenteld worden. “Het asbestdossier is een zwarte pagina in onze geschiedenis”, klinkt het.

De OVAM schatte eerder in dat ongeveer 2.329.000 ton of 2,329 miljard kilogram asbestpassief in Vlaanderen aanwezig is. Met 12,8% van het gebouwenpatrimonium van Vlaanderen aanwezig in de provincie, werd ingeschat dat het om 300.000 ton of 300 miljoen kilogram ging in de provincie Limburg. Asbest waarvan grote hoeveelheden opgekuist moeten worden om Vlaanderen asbestveilig te maken tegen 2040. Uit een nieuwe analyse van de OVAM, dewelke vandaag bekend gemaakt werd, blijkt echter dat het gaat om 3,18 miljard kilogram asbestpassief, en dat Limburg bijgevolg 407 miljoen kilogram asbest telt. 35% meer dan oorspronkelijk ingeschat.

Om te voorkomen dat die kosten door de belastingbetaler betaald moeten worden, bepleitte Pieters een decretale vergoedingsplicht invoeren dat asbestproducenten verplicht om jaarlijks een financiële bijdrage te doen. Zoniet, kunnen ze strafrechtelijk vervolgd worden. Het Vlaams Parlement besliste unaniem om juridische expertise in stelling te brengen om een decretaal ingrijpen voor te bereiden. Dan proces loopt. “Maar, ook de regering moet haar verantwoordelijkheid nemen in het belang van de Limburgers. Dat wil zeggen het versterken en versnellen van het asbestafbouwbeleid, het bekijken van mogelijke verwijderingsplichten, prioritaire regio’s of gebouwen. Maar ook de effecti­viteit van beschermingsmaatregelen en informatiekanalen voor burgers en hulpverleners onderzoeken. Ministers Brouns en Gennez hebben daar een belangrijke rol in”, zegt Pieters.

Asbest is een sluipmoordenaar met verregaande gevolgen voor de maatschappij. Voor N-VA is het dan ook nodig dat de uitvoering van het asbestafbouwplan versneld wordt op kosten van de (voormalige) asbestproducenten. 

“Het asbestafbouwplan van de Vlaamse overheid is gericht op het asbestveilig maken van Vlaanderen tegen 2040. Op dit moment wordt de opkuis van asbest echter voornamelijk gedragen door de belastingbetaler, wat een onrecht is. Kosten blijven afwentelen op de maatschappij, voor een vervuiling dat willens nillens door asbestproducenten verspreid werd, dat kan echt niet blijven duren. Zowel via parlement als via regering moeten we dan ook de vervuiler blijven aanspreken”, klinkt het bij Pieters. “Op die manier dragen ze eindelijk bij aan de kosten en risicobeperking die ze nu afwentelen op de maatschappij en de belastingbetaler”.