
Vlaams Parlementslid

Grondwettelijk Hof verwerpt beroepen tegen overgangsdecreet Stikstofakkoord
De verlengingen van landbouwvergunningen via het overgangsdecreet van het Stikstofakkoord zijn wel degelijk rechtszeker en schenden het gelijkheidsbeginsel niet. Dat zegt het Grondwettelijk Hof vandaag in een arrest. De overgangsregeling maakt deel uit van het finale Stikstofakkoord van de Vlaamse regering uit 2024 en werd dus zonder succes aangevochten. Zowel het beginsel van gelijkheid, als die van niet-discriminatie werden niet geschonden, oordeelt het Hof. Vlaams parlementslid Andy Pieters (N-VA) benadrukt dat het Hof wijst op het belang van het verminderen van uitstoot en luchtvervuiling in het belang van artikel 23 van de Grondwet én zegt dat een verschil in behandeling mag als ze redelijk verantwoord is.
In 2024 werd een specifiek decreet gestemd in het Vlaams Parlement in uitvoering van het Stikstofakkoord waardoor landbouwers in de jaren 2021-2024 beroep konden doen op een overgangsregeling omdat het nieuwe beoordelingskader voor vergunningen er nog niet was in die jaren. Net zoals het Stikstofdecreet, werd ook het overgangsdecreet aangevallen voor het Grondwettelijk Hof omdat het zo discrimineren en het gelijkheidsbeginsel zou schenden. Dit omdat er gemotiveerd een andere regeling werd doorgevoerd voor landbouwers wiens vergunning afliep in 2021-2022 enerzijds, en 2023-2024 anderzijds.
Vandaag deed het Grondwettelijk Hof een uitspraak in dit dossier. De analyse is helder: “Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie wordt slechts geschonden indien de overgangsregeling of de ontstentenis daarvan tot een verschil in behandeling leidt waarvoor geen redelijke verantwoording bestaat of indien aan het vertrouwensbeginsel op buitensporige wijze afbreuk wordt gedaan. (…) Het verschil in behandeling berust op een objectief criterium. (…) De overgangsmaatregel doet evenmin op buitensporige wijze afbreuk aan het vertrouwensbeginsel voor de houders van vergunningen”. Het Hof verwerpt het beroep dan ook.
Die bevestigt eveneens dat artikel 23 van de Grondwet werd gerespecteerd: “Ter bescherming van de menselijke gezondheid en het leefmilieu is het van bijzonder belang dat de uitstoot van schadelijke verontreinigende stoffen wordt vermeden, voorkomen of verminderd”, klinkt het.
“Een goede zaak”, zegt Vlaams parlementslid Andy Pieters (N-VA), “de verlengde vergunningen op basis van dit overgangsdecreet waren dus wel degelijk rechtszeker. Het Hof zegt bovendien helder dat de doelstellingen van het Stikstofakkoord, de doelstellingen op vlak van natuurherstel en gezondheid behalen, dit te verantwoorden”.
De beroepschriften tegen het Stikstofdecreet zelf zullen wellicht begin 2026 tot een arrest leiden door hetzelfde Grondwettelijk Hof.
