Vlaams Parlementslid
Aantal dode dassen in het verkeer verdubbelde op vijf jaar tijd
De das is de voorbije jaren sterk in opmars in Vlaanderen, niet in het minst in Limburg. Waar de soort decennia geleden quasi verdwenen was, zien we vandaag een gestage uitbreiding van de populatie. Dat gaat ondanks inspanningen voor het plaatsen van faunaroosters langs gewest- en snelwegen, helaas gepaard met een stijgend aantal dode dassen in het verkeer. Het aantal geregistreerde verkeersslachtoffers van das steeg van 64 in 2020 naar 135 in 2024. Ook in 2025 wordt een verdere stijging verwacht. Dat meldt Vlaams minister van Omgeving Jo Brouns op een schriftelijke vraag van Vlaams parlementslid Andy Pieters (N-VA).
De das is een nachtdier en schuifelt met zijn neus aan de grond in zijn territorium rond, op zoek naar langzaam bewegende prooien en plantaardig voedsel. Het is een van de dieren in Vlaanderen met last van de versnippering van onze natuur en daardoor ook vaak slachtoffer in het verkeer door het oversteken van wegen. Vlaams parlementslid Andy Pieters (N-VA) bevroeg bevoegd minister van Omgeving Jo Brouns over de cijfers.
“Op basis van de verzamelde data binnen het Marternetwerk van het INBO, zien we dat 626 verkeersslachtoffers werden gemeld sinds 2020. Het gaat hier enkel over gegevens met 100% zekere waarnemingen. De inzameling in 2025 is nog niet afgerond, de cijfers van dit jaar zijn dus nog onvolledig”, klinkt het bij minister Brouns op vraag van Pieters.
In 2020 ging het om 64 geregistreerde dode dassen in het verkeer, in 2024 gaat het al om 135. Meer dan een verdubbeling. De cijfers van 2025 zijn nog niet compleet, maar alles wijst op een verdere stijging.
De voorbije jaren werden vanuit Vlaanderen investeringen gedaan om de das en vele andere soorten wilde dieren meer overlevingskans te geven, en tegelijk de verkeersveiligheid te garanderen. “Om specifiek das van (gewest)wegen te houden, wordt gebruik gemaakt van dassenrasters. Die houden de dieren van de baan en geleiden ze normaal naar faunatunnels onder de baan door. Ook andere kleinere fauna kan van die tunnels gebruik maken. In dassenrasters worden ook specifieke uitstappoortjes voorzien voor dieren die onvoorzien toch in het verkeersgedeelte terecht komen, zodat ze terug aan de veilige kant geraken. Ecoducten blijken voor das minder effectief: de dieren zoeken continu beschutting en migreren niet graag over grotere open stukken. Ze worden dan ook zelden waargenomen op ecoducten in tegenstelling tot tal van andere diersoorten. Wilddetectiesystemen zijn voor das en andere marterachtigen niet echt effectief”, aldus Brouns.
“Je kan natuurlijk onmogelijk overal faunarasters voorzien. Dat is niet alleen praktisch onhaalbaar, het zou ook budgettair onverantwoord zijn. Ter illustratie: de groenste provincie Limburg beschikt momenteel over 113 km aan faunarasters langs wegen in beheer van AWV, waarvan 43 km langs gewestwegen en 70 km langs autosnelwegen. Ondanks dat zie je het aantal dode dassen stijgen. Dat wijst bovenal ook op de uitbreiding van de dassenpopulatie. Waar de soort decennia geleden quasi verdwenen was, zien we vandaag een gestage uitbreiding van de populatie. Dat is op zich een goede zaak, ook ondanks de verkeersslachtoffers”, aldus Pieters.
Minister Brouns liet verder nog weten dat ter hoogte van het nieuwe ecoduct in Helchteren in functie van de Noord-Zuidverbinding (N74), er faunaroosters zullen geplaatst worden als toeleiding naar het ecoduct, maar evident niet langsheen het volledige traject.