Bodemonderzoek voltooid bij twee derde van de PFAS-vervuilde brandweerlocaties

- N-VA herhaalt pleidooi voor sectorfonds ter financiering opkuis -

Er werd reeds een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op 584 van de 866 of twee derde van de geïnventariseerde brandweergerelateerde locaties en de locaties waar branden geblust werden met PFAS-houdend schuim. Dat blijkt uit het Voortgangsrapport van het PFAS-actieplan van de Vlaamse regering. Voor 384 van de 584 blijkt een bijkomend beschrijvend bodemonderzoek nodig. Voor 98 locaties werd die al beoordeeld, wat leidt tot 44 locaties waar een nood tot bodemsanering is. Vlaams volksvertegenwoordiger Andy Pieters (N-VA) herhaalt het pleidooi voor een PFAS-sectorfonds ter financiering van de opkuis waar de producenten aan meebetalen. “Enkel zo kunnen we voorkomen dat de hulpverleningszones en lokale besturen, in feite de belastingbetaler, volledig voor de kosten opdraait”, aldus Pieters.

De gecoördineerde Vlaamse aanpak rond PFAS heeft in de vorige bestuursperiode geleid tot een PFAS-actieplan in 2023. Het plan bevat 52 acties, waaraan verschillende partners in Vlaanderen samenwerken om deze succesvol uit te voeren. Op datum van 30 april 2025 werden 16 acties afgerond, terwijl 28 in uitvoering zijn. 8 acties betreffen doorlopende acties of processen in het kader van de hub zorgwekkende stoffen. Dat blijkt uit het Voortgangsrapport van de Vlaamse regering van afgelopen vrijdag.

Het plan bevat ook tal van acties m.b.t. sanering van verontreinigde locaties. Een belangrijke focus ligt daarbij op brandweeroefenterreinen of locaties waar met PFAS-houdend blusschuim geblust werd. Bij 584 van de 866 locaties, of twee derde, werd in opdracht van de OVAM een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Volgende stand van zaken (op 3 juli 2025) wordt hieromtrent gerapporteerd: 
- Aantal locaties waarvoor het verkennend bodemonderzoek (VBO) reeds behandeld werd: 584 
- Aantal locaties waarvoor een beschrijvend bodemonderzoek (BBO) nodig is: 384
- Aantal BBO’s ingediend: 102 
- Aantal rapporten beoordeeld: 98 
- Aantal locaties waarvoor nood tot bodemsanering blijkt: 44

Om te voorkomen dat de kosten voor de bodemsanering volledig worden afgewenteld op de hulpverleningszones en/of lokale besturen, en dus de belastingbetaler, is er nood aan een PFAS-sectorfonds. Dat pleidooi herhaalt Vlaams parlementslid Andy Pieters (N-VA). “We beogen de invoering van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor PFAS en andere schadelijke stoffen en zetten samen met de federale overheid en andere gewesten het traject verder om een sectorfonds op te richten ter financiering van de schade door zeer zorgwekkende stoffen zoals PFAS”, stelt ook het Vlaams regeerakkoord.

Als gevolg hiervan is er beslist tot de oprichting van een werkgroep binnen de zogenaamde Uitgebreide Interministeriële Conferentie Leefmilieu (UICL) om dergelijk financieringsmechanisme uit te werken en daartoe de nodige studies op te starten. De studie werd in maart 2025 opgestart en zal 9 maanden lopen.

Pieters dringt aan om zo snel mogelijk te handelen en waar mogelijk de studie ook te versnellen. “De gevolgen van de PFAS-vervuiling gaan we op lange termijn nog voelen. Tegelijk is het noodzakelijk om de kosten maximaal op de producenten af te wentelen zodat de belastingbetaler er niet volledig voor opdraait. Daarom dring ik aan om snel werk te maken van zo’n sectorfonds. Nu ook de huidige federale regering die ambitie in haar regeerakkoord opnam, in tegenstelling tot de slepende voeten van de vorige regering, is het cruciaal stappen vooruit te zetten”, besluit Pieters.