
Vlaams Parlementslid

Ook onder Trump gaat VS verder met PFAS Actieplan
“Aanstelling nationale PFAS-coördinator in VS naar Vlaams voorbeeld”
Het Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA), het agentschap dat belast is met onder meer de bescherming van het milieu, gaat verder met haar PFAS Actieplan en kondigt zelfs bijkomende maatregelen aan zoals de versnelling van saneringen ter bescherming van het drinkwater én een beter aansprakelijkheidskader voor vervuilers. Dat kondigde het EPA aan en wordt bevestigd door Vlaamse diplomaten in Washington DC. Het EPA kondigt zelfs de aanstelling van een nationale PFAS-coördinator aan om initiatieven beter te stroomlijnen, wat sterk lijkt op de Vlaamse en Nederlandse aanpak. “Het is in dit kader belangrijk dat de samenwerking tussen Vlaanderen en de Verenigde Staten in stand gehouden wordt om verdere expertise uit te wisselen om de Vlamingen en ons leefmilieu te beschermen”, aldus Vlaams volksvertegenwoordiger Andy Pieters (N-VA).
Het was lang onduidelijk welke prioriteiten het EPA ging stellen. Eerder werd de terugschroeving van belangrijke klimaatmaatregelen aangekondigd. Deze week komt het langverwachte nieuws dat de aanpak van Per- en Polyfluoralkylstoffen (PFAS) een prioriteit blijft, net als de uitvoering van het eerdere PFAS Actieplan. In een nieuw pakket maatregelen kondigde EPA onder andere de aanstelling van een nationale coördinator voor PFAS aan, de ontwikkeling van richtlijnen voor afvalwaterlozingen voor bepaalde PFAS om te voorkomen dat deze “eeuwige chemicaliën” in drinkwatersystemen terechtkomen en initiatieven om samen te werken met het Congres en de industrie voor een nieuw aansprakelijkheidskader dat ervoor zorgt dat de vervuiler betaalt. “Goed nieuws met oog op de structurele samenwerking tussen de Vlaamse overheid en het EPA”, klinkt het bij Vlaams parlementslid Andy Pieters.
Pieters trok in 2022 in zijn vorige rol als kabinetschef met Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir naar Washington DC om een overeenkomst met het Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA) af te sluiten. EPA is in 1970 nog opgericht door toenmalig republikeins president Richard Nixon als antwoord op de bezorgdheden rond milieu- en gezondheidsbescherming. De bedoeling van de overeenkomst was dat de Vlaamse overheidsdiensten en het EPA informatie begonnen uitwisselen over milieuvervuiling door multinationals die in Vlaanderen en de VS actief zijn. Dat was ook een van de belangrijkste aanbevelingen uit van de PFAS-onderzoekscommissie. Vlaanderen was daarmee het eerste Europese land dat zo’n structurele samenwerkingsovereenkomst afsloot.
Een van de belangrijkste resultaten is dat de gegevensuitwisseling tussen Vlaanderen en de VS zijn aangegrepen door het referentielabo VITO om bepaalde meetmethodes te ontwikkelen en aan te passen. Deze intussen erkende meetmethodieken zorgen ervoor dat emissies van PFAS kunnen worden gedetecteerd. De afdeling Handhaving gebruikt deze technieken ook effectief om luchtemissies en stalen te laten analyseren. De resultaten die hieruit volgen, worden afgetoetst aan de toepasselijke emissievoorwaarden. De achterliggende studie voor de meetmethoden zit doorspekt met bronnen en informatie vanuit onderzoeken van de EPA. Brouns gaat de komende maanden op basis hiervan bijkomende uitstootrichtlijnen uitvaardigen voor erkende deskundigen, adviesinstanties en vergunningverleners.
Specifiek met betrekking tot 3M werd kennis gedeeld m.b.t. de geplande waterzuiveringsinstallatie die bij 3M Belgium gebouwd wordt. In de VS bouwt 3M immers ook nieuwe waterzuiveringsinstallaties voor PFAS. De infodeling liet beide organisaties toe binnen hun eigen bevoegdheden een betere beoordeling te maken van de technieken die 3M toepast. Daarnaast werden in Vlaanderen bij een bedrijf dat actief was in de recyclage van teflon (Shamrock in Tongeren) zeer hoge emissies naar de lucht gemeten. De activiteiten die deze uitstoot veroorzaakten werden stopgezet en het bedrijf werd onder verhoogd toezicht geplaatst. Deze informatie werd met EPA gedeeld aangezien bleek dat bepaalde productiestappen van dit bedrijf met potentiële PFAS-uitstoot ook in de VS plaatsvonden. Dit liet EPA op haar beurt weer toe de nodige stappen binnen haar bevoegdheden te zetten.
“Sterke internationale samenwerking en informatie-uitwisseling kan veel ellende voorkomen. Voor veel Vlamingen kwam de PFAS-vervuiling als een totale verrassing, maar voor Amerikanen kwam die verrassing twintig jaar geleden al, waarna een hele reeks ontdekkingen kwamen. Toch bleef de problematiek jarenlang onder de radar in Europa. Dat doen we nu via deze samenwerking iets aan. Het feit dat de papieren overeenkomst ook effectief op het terrein resultaten oplevert en de VS aankondigt ook verder te gaan in haar strijd tegen PFAS-vervuiling, is aanmoedigend om de samenwerking vooral gaaf te houden en waar mogelijk te versterken”, besluit Pieters
