
Vlaams Parlementslid

Vlaanderen vorderde 18,5 miljoen euro terug bij 214 Limburgse bedrijven
Limburgse bedrijven die overeenkomsten of steunvoorwaarden niet nakomen ten aanzien van de Vlaamse overheid, moeten die steun geheel of gedeeltelijk terugbetalen. De voorbije vijf jaar werd zo door agentschap VLAIO in totaal 18,5 miljoen euro teruggevorderd bij in totaal 214 bedrijven met maatschappelijke zetel in Limburg. Dat vernam Vlaams parlementslid Andy Pieters (N-VA) bij bevoegd minister Matthias Diependaele. “Kwistig zijn met belastingsgeld is niet de bedoeling. Het is dan ook evident dat bedrijven die voorwaarden niet nakomen of het steunproject niet realiseren, de middelen teruggeven”, reageert Pieters.
De voorbije vijf jaar ligt het piekjaar voor teruggevorderde steun in 2024, vooral door de terugvordering van steun aan Sappi Lanaken. Maar terugvorderen van steun gebeurde de voorbije vijf jaar bij 214 Limburgse bedrijven. Na beëindiging van gesteunde projecten wordt gecontroleerd of de vooropgestelde kosten en/of investeringen gerelateerd aan het project, effectief voor het project werden uitgevoerd. Indien dit niet het geval is, wordt (een deel van) de toegekende steun teruggevorderd. Daarnaast zijn er ook uitzonderlijke omstandigheden die aanleiding kunnen geven voor een terugvordering zoals o.m. het niet naleven van de overeenkomst of de regelgeving, de stopzetting van een project, vervreemding van gesubsidieerde investeringen binnen de wettelijke termijn, de stopzetting of faling van een onderneming, etc.
Toch wordt er ook opgelet dat de terugvordering niet voor faillissementen zorgt. Als de onderneming in de onmogelijkheid is om de schuld ineens terug te betalen kan ze een afbetalingsplan aanvragen. De opvolging van de terugvorderingen alsook het toekennen van een afbetalingsplan wordt door de dienst Financiën van VLAIO opgevolgd. De meeste terugvorderingen gebeuren bij de KMO-portefeuille en de Hinderpremie.
Voor Pieters getuigt het van verantwoord financieel beleid en respect voor de belastingbetaler dat er zo nauwkeurig wordt opgevolgd én teruggevorderd. “De belastingbetaler moet er op kunnen vertrouwen dat de overheid het geld niet langs ramen en deuren naar buiten gooit zonder enig maatschappelijk rendement. Het is dan ook evident dat bedrijven die voorwaarden niet nakomen of het steunproject niet realiseren, de middelen teruggeven. De 18,5 miljoen euro uitgaven kan zo voor andere zaken ingezet worden of niet gespendeerd worden, wat op zich ook de belastingbetaler ten goede komt”.
Een terugvordering van steun is mogelijk tot 10 jaar na de uitbetaling ervan. Toch is ook de controle voor de toewijzing van steun van belang. “Voorafgaand aan elke beslissing over de toekenning van steun wordt nu al een analyse gemaakt van de operationele stabiliteit en financiële draagkracht van de onderneming om het voorgestelde project uit te voeren. Het blijft zaak voorafgaand de steun, alsook na afloop ervan, stevige controles te handhaven”, besluit Pieters.
Bekijk de reportage op TVL hier: https://www.tvl.be/nieuws/214-limburgse-bedrijven-moeten-overheidssteun…
