Vlaanderen zal versoepeling Europees verbod op verbrandingsmotoren volgen

Als de Europese Commissie het verbod vanaf 2035 op de traditionele verbrandingsmotoren in wagens aanpast of uitstelt, zal Vlaanderen dat volgen. Ook voor de introductie van ETS2 wil Vlaanderen eerst kunnen beschikken over financiële middelen vanuit Europa voor flankerend beleid, alvorens de maatregel voelbaar wordt. Dat antwoordde Vlaams minister van Klimaat Melissa Depraetere op een vraag van Vlaams volksvertegenwoordiger Andy Pieters (N-VA). “Het Europees niveau is lang doof geweest voor kritische geluiden over haar klimaatbeleid, vandaag maakt zelfs Klimaatpaus Frans Timmermans zijn bocht. Het is in die context evident dat Vlaanderen haar realistische lijn blijft bewandelen en geen strengere of snellere uitvoering bepleit dan Europa oplegt voor ETS 2 of het verbod op verbrandingsmotoren”, zegt Pieters.

Pieters ondervroeg Depraetere over het voortschrijdend inzicht op Europees niveau inzake het klimaatbeleid. De introductie van ETS2 in 2027, de uitbreiding van het emissiehandelsysteem en de facto een koolstofheffing voor transport en verwarming, is een van die voorbeelden. De voorganger van Depraetere probeerde op basis van een impactanalyse tevergeefs de toenmalige federale regering De Croo te overtuigen zich te verzetten tegen deze extra koolstofheffing omdat die gezinnen, alleenstaanden en kmo’s te sterk zou raken. Tevergeefs. Intussen vraagt een aantal landen begeleidende maatregelen, een aantal landen vroegen uitstel van 2027 tot 2030. “Ook wij zijn vragende partij om eerst middelen te krijgen van Europa voor het flankerend beleid en de bescherming van koopkracht, alvorens de maatregel voelbaar wordt. Daarin worden we gesteund door 19 lidstaten”, aldus Depraetere.

Maar misschien nog belangrijker: de Europese Commissie zet de deur op een kiertje om het verbod vanaf 2035 op de traditionele verbrandingsmotor in wagens, aan te passen na een evaluatie. “Dit zou tot een uitstel kunnen leiden, wat niet onlogisch zou zijn gelet op de haalbaarheid en de financiële druk op gezinnen, alleenstaanden en kmo’s”, zegt Pieters. Hierop werd al geanticipeerd in het regeerakkoord, als volgt: “We blijven de transitie naar een emissievrije mobiliteit verder ondersteunen met oog voor haalbaarheid en betaalbaarheid. We zijn hier niet strenger dan de Europese doelstellingen”. De afspraken in het regeerakkoord impliceren dat als 2035 wordt uitgesteld door Europa, Vlaanderen dat uitstel zal volgen. Depraetere bevestigde dat: “Wij volgen de tijdshorizon van Europa, dus als die wijzigt volgen wij mee”. Geen goldplating dus.

“In een ideale wereld verplaatsten we ons allemaal emissievrij. In de werkelijkheid zal het proces naar emissievrij vervoer nog heel veel tijd in beslag nemen. Mensen manu militari uit hun traditionele wagen sleuren, kan niet de bedoeling zijn. Althans niet voor onze partij. 2035 lijkt voor onze fractie alvast niet het meest realistische scenario. Op dat vlak begrijpen we de bezorgdheden van de Duitse bondskanselier Merz en anderen. We twijfelen er niet aan dat er op Europees niveau nog veel zal schuiven de komende jaren. Spijt komt in Europa erg vaak na de zonde. We blijven dan ook op realisme aandringen binnen het Europese klimaatbeleid”, zegt Pieters.

Zowel minister-president Matthias Diependaele als Klimaatminister Melissa Depraetere bevestigden in antwoord op Pieters bovendien dat op dit moment de Europese 2040-doelstelling van -90% CO2 te weinig garanties biedt op vlak van betaalbaarheid, uitvoerbaarheid en economische weerbaarheid om die vandaag al onverkort te kunnen steunen.

Tot slot wijst Pieters erop dat zelfs voormalig Klimaat-eurocommissaris Frans Timmermans gisterenavond in Nieuwsuur stelde dat het tempo van het Europese klimaatbeleid te hoog ligt. “Spijt komt na de zonde. Behoorlijk hypocriet, maar wellicht heeft dat iets met de Nederlandse stembusgang te maken”, besluit Pieters.